Eerstelijnsmeeting zet in op informele zorg: 4 aspecten belicht
De informele kant van integrale zorg
Op 18 maart ging de 14de editie van de eerstelijnsmeeting door. Een bijscholingsmoment voor de gezondheids- en welzijnssector georganiseerd door BruZEL i.s.m. Huis voor Gezondheid, Kenniscentrum WWZ en Home-Info. Met 116 aanwezigen was dit een geslaagd webinar! Het toont ook dat er veel interesse is voor het thema van informele zorg.
BruZEL streeft als eerstelijnszone naar toegankelijke en buurtgerichte zorg. De zorgvraag van de Brusselaar staat hier centraal. Continuïteit van zorg is een gedeelde verantwoordelijkheid van het hele zorgteam. De persoon met een zorg- en ondersteuningsnood en zijn informele zorgverlener(s) zijn hier een volwaardig deel van.
Deze bijscholing legde dan ook de focus op deze informele kant van zorg. Dat is alle zorg en ondersteuning waar je niet voor betaalt en die niet door een professional wordt verricht.
De deelnemers luisterden gezamenlijk naar de uiteenzetting over mantelzorg en het bestaande aanbod aan ondersteuning voor mantelzorgers in Brussel. Maar informele zorg is ook zelfzorg, burenhulp of (georganiseerd) vrijwilligerswerk. Deze vormen van informele zorg kwamen uitgebreid aan bod in de 4 workshops.
WS1 ‘Samenspraak: hoe efficiënt samenwerken?’
Naomi De Bruyne (Steunpunt Mantelzorg)
Voor goede zorg is een ’trialoog’ onontbeerlijk tussen zorgprofessional, mantelzorger en zorgvrager. Samenwerking met mantelzorgers vraagt veel inlevingsvermogen, flexibiliteit en diplomatie van zorgverleners. Vaak is gebrek aan tijd een obstakel. Mantelzorgers hebben dikwijls veel verwachtingen en hebben zelf ook nood aan ondersteuning van de zorgverleners. In deze workshop werden een aantal handvatten aangereikt om het samenwerkingsproces zo aangenaam mogelijk te laten verlopen voor elke partij en een zo goed mogelijke zorg te kunnen geven of ontvangen.
WS2 ‘Kansen en kanttekeningen van informele netwerken’
Inge Verhaegen & Harm Deleu (Odisee Hogeschool)
Charlotte Hanssens (Het BuurtPensioen)
Uit onderzoek blijkt dat burenhulp niet zo vanzelfsprekend is als we zouden willen. Contacten tussen buren zijn schaars, zonder emotionele band is er nauwelijks sprake van burenhulp, en hoe lager het inkomen, hoe minder steun er is van buren of familie. Professionals en welzijnsorganisaties kunnen echter helpen om de vraagverlegenheid te doorbreken – hulp durven vragen begint immers bij zelf hulp kunnen geven. Charlotte Hanssens lichtte toe hoe net in die wederkerigheid de kracht van de werking van Het BuurtPensioen schuilt: kwetsbare mensen worden in hun kracht gezet en aangemoedigd om (weer) betekenisvol te zijn in relatie tot de andere.
Op die manier …
- groeit het persoonlijk netwerk van deze geïsoleerde ouderen,
- verhoogt hun welzijn,
- worden signalen opgevangen en verbinding gemaakt met de professionele zorg
- en wordt de sociale cohesie in de buurt versterkt.
Onderzoeker Harm Deleu van Odisee maakte enkele kanttekeningen bij het ideaalbeeld van een zorgzame buurt als een buurt van samenhorigheid. Hij wees erop dat in de grootstedelijke context met een grote densiteit en diversiteit aan de bewoners niet alleen sterke sociale netwerken maar ook lichte verbindingen en oppervlakkige contacten tussen buurtbewoners hun rol en betekenis hebben.
Tijdens de uitwisseling met deelnemers onder begeleiding van Inge Verhaegen werden de kracht, kanttekeningen en succesfactoren voor een goede samenwerking tussen professionals en informele netwerken aangevuld met ervaringen uit de praktijk.
Ingrediënten voor een geslaagd partnerschap tussen formele en informele spelers zijn onder meer:
- oog hebben voor het informele netwerk,
- opletten voor onrealistische verwachtingen en overschatting van de draagkracht en deskundigheid,
- openstaan voor gesprek en ontmoeting,
- elkaar belangen en mogelijkheden kennen,
- het inzetten van ondersteunende methodieken
- en een buurtzorgreferent/regisseur.
WS3 ‘Mantelzorg stopt niet aan de deur van het WZC’
Robbie Dumoulin (Coördinator BROES)
In de workshop, voorgesteld door Robbie Dumoulin, coördinator bij BROES, lag de nadruk op de mantelzorgers die een belangrijk fundament vormen in de zorg voor ouderen en personen met dementie. Er werd dieper ingegaan op de intense samenwerking tussen de bewoner, de mantelzorger en de zorgverlener.
De zorgverlener versterkt deze trialoog door in te zetten op vraagverheldering en afspraken rond taakverdeling. Vanuit het oogpunt van de zorgverlener werd op verschillende manieren naar de mantelzorger gekeken:
- als partner in de zorg,
- als verborgen patiënt die nood heeft aan een gesprek,
- een schouderklopje of informatie.
Maar ook als een belangrijk contact voor de bewoner van het woonzorgcentrum. En bovenal als enorme bron van informatie over het leven van de bewoner en hoe die best verzorgd wordt.
Hoe kunnen we als zorgverlener inzetten op al deze rollen? Hoe laten we dit onderdeel worden van onze zorg, van bij de intake tot na de laatste levensfase van onze cliënt/bewoner? Op al deze vragen werd gedurende de workshop op een heldere manier een duidelijk antwoord geboden.
WS4 ‘Zorg vanuit de buurt (h)(v)erkennen…’
Leen Heylen (Thomas More Hogeschool)
Koen Kuylen (Zorgzame straten Antwerpen)
In workshop 4, ‘Zorg vanuit de buurt (h)(v)erkennen’, namen Leen Heylen en Koen Kuylen ons mee op een boeiende tocht langs kansen, grenzen, voorwaarden en bouwstenen voor zorgzame buurten, met heel wat concrete voorbeelden.
Als er geen familie is om op terug te vallen, kan er een helpende hand komen uit de nabije buurt op voorwaarde dat die buurt zorggericht is. We leerden dat zowel hulp vragen, geven als aanvaarden in de buurt niet altijd vanzelfsprekend is. Maar eens de eerste stap gezet en die kloof overbrugd, kan emotionele of praktische steun of gewoon gezelschap leiden tot heel wat meer. Het creëert verbinding en komt tegemoet aan het doorbreken van eenzaamheid en sociaal isolement, al is het natuurlijk niet dé oplossing voor alles. Zorg vanuit de buurt moet ook tijd krijgen om zich te ontwikkelen en moet kunnen overgedragen worden naar professionele zorg als het te zwaar of te frequent wordt.
Zolang er evenwel een evenwicht is en een goede wisselwerking met die professionele hulp, vormt een helpende buur of burennetwerk een welkome en vaak preventieve aanvulling!