Eerstelijnsmeeting zet thuishospitalisatie op het programma
Thuishospitalisatie in Brussel
Op 17 maart ging de 15de editie van de Eerstelijnsmeeting door. Een bijscholingsmoment voor de gezondheids- en welzijnssector georganiseerd door BruZEL. Met 109 aanwezigen kunnen we zeggen dat ook deze editie opnieuw geslaagd was! Het toont ook dat er veel interesse is voor het thema van thuishospitalisatie.
BruZEL streeft als eerstelijnszone naar een toegankelijke en buurtgerichte zorg. Daar behoort zorg in huis, die normaal in een ziekenhuissituatie gegeven zou worden, ook toe.
Ligdagen in het ziekenhuis worden steeds meer ingekort. Zorg en ondersteuning in de thuiscontext wordt hoe langer, hoe meer normaal en kent hoe langer, hoe meer uitbreiding. En dat creëert mogelijkheden maar ook de nodige uitdagingen. Deze opportuniteiten en uitdagingen kwamen aan bod in de 4 workshops.
WS1 ‘Thuiszorg 2.0 maakt thuishospitalisatie mogelijk’
Kristof Muylaert (Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant), Martine De Ridder (Familiehulp) & Isabel Weemaes (Kom op tegen Kanker)
We definieerden thuishospitalisatie tijdens de workshop als “de toediening van specialistische zorgen die normaal gezien in een ziekenhuis zouden worden uitgevoerd in de thuiscontext door personeel met de juiste expertise”. Een definiëring die noodzakelijk is om een wetgevend, juridisch en financieel kader te kunnen maken met een gepaste nomenclatuur.
Om thuishospitalisatie op een kwaliteitsvolle manier te doen slagen, moeten we rekening houden met een aantal randvoorwaarden. Dit zowel vanuit het perspectief van de patiënt en de zorgverlener als vanuit het beleid.
Wanneer we kijken naar het perspectief van de patiënt, dienen we onder andere te investeren in het vertrouwen en het veiligheidsgevoel van de patiënt en zijn omgeving. Bovendien moeten we aandacht hebben voor de toegang tot en het aanbod van flankerende professionele en informele zorg in en buiten het ziekenhuis.
De zorgverleners van hun kant hebben nood aan duidelijkheid over hun rol en de bijhorende verantwoordelijkheden. Op basis van gedegen opleidingen kunnen ze hun competentieniveau vergroten en hun rol met het nodige vertrouwen vervullen. Samenwerking, zowel transmuraal als binnen de eerstelijnszorg, vraagt ook om een zekere mate van gegevensdeling en communicatie.
Om een thuishospitalisatietraject helemaal te doen slagen zijn er eveneens beleidsmatige ingrepen nodig. Dit houdt onder meer een hertekening in van de financiering die rekening houdt met een correcte vergoeding van de verschillende partners in het traject.
Wanneer we de randvoorwaarden linken aan de zorgmogelijkheden in de thuiszorgsetting, wordt duidelijk waarom de samenwerking tussen thuisverpleging en gezinszorgdiensten die thuishospitalisatie mogelijk maakt:
- Complementariteit en subsidiariteit van zorgverleners
- Zorgcontinuïteit en signaalfunctie
- Vertrouwensrelatie met patiënt en zijn naaste omgeving
- Ondersteuning patiënt en mantelzorger: omkaderende zorg
- Uitwisseling expertise: referentiewerking
- Thuiszorg 2.0. is zowel gezondheidsbevorderend als herstelbevorderend, dankzij de combinatie van zorg en ondersteuning op vlak van medicatie, persoonsverzorging, psychosociale en agogische begeleiding en huishoudelijke hulp.
Hoewel palliatieve thuiszorg volgens sommige definities niet past binnen een bepaalde visie op thuishospitalisatie, zorgt deze zorgvorm eveneens voor een kwaliteitsvolle aanpak van de noden en behoeften van de zorgvrager in een palliatieve thuissetting.
Palliatieve thuiszorg is een belangrijk expertisedomein bij zowel de thuisverplegingsdiensten als bij de gezinszorgdiensten. Ook hier speelt de subsidiariteit en complementariteit van de zorgverleners een belangrijke rol. De wensen van de zorgvrager en zijn omgeving zetten ze maximaal in de praktijk om. Dit vraagt om een intense samenwerking tussen alle betrokken actoren en een interprofessionele communicatie. De casus die we tijdens de workshop bespraken is een mooi praktijkvoorbeeld van dergelijke samenwerking in het belang van de totaalzorg van de betrokken zorgvragers en hun netwerk.
WS2 ‘Als patiënt zelf kiezen voor thuishospitalisatie: wat kan, wat kan niet?’
Michel Deneyer (UZ Brussel) & Hilde Weckhuysen (Mantelzorgnetwerk)
In de workshop “Als patiënt zelf kiezen voor thuishospitalisatie” ging Prof. Michel Deneyer (GF-VUB, Orde der artsen), in samenspraak met Prof. Marc Noppen (CEO, UZ Brussel), dieper in op de wettelijke en ethische kwesties rond dit thema. De nadruk lag op het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt, leveren van kwaliteitsvolle zorg, tegemoetkomen aan de hulpverleningsplicht en bewaken van therapeutische hardnekkigheid.
We tastten de grenzen van de thuiszorg af: de kwaliteit, de haalbaarheid en de belastbaarheid voor de mantelzorger. We stonden stil bij de samenwerking tussen alle zorgverleners die voorafgaandelijk met de patiënt of vertegenwoordiger wordt vastgelegd en als draaiboek dient bij de zorg. We focusten op het “paramedisch dossier” als enige getuige bij geschillen en de figuur van het gezamenlijk beroepsgeheim. Makkelijk bruikbare ethische tools voor het maken van een medische beslissing zoals het principlisme van Beauchamp en Childress en “the veil of ignorance” van John Rawls werden aan het publiek op een eenvoudige manier voorgesteld.
Ook belichtten we de mogelijk rol van het UZ Brussel als partner in de thuiszorg. Tot slot stelden we toekomstscenario’s op micro-, meso- en macroniveau voor.
Naast het wettelijk en ethisch kader besprak Hilde Weckhuysen (namens het Mantelzorgplatform van de 6 erkende mantelzorgverenigingen) de impact van thuishospitalisatie op de mantelzorger. Thuishospitalisatie is een beladen woord en dat is voor veel mantelzorgers een eerste drempel. Daarnaast zijn er ook het financiële aspect, de toegankelijkheidsproblemen en het gebrek aan kennis en informatie over het aanbod en de ondersteuningsmogelijkheden, wat ertoe kan leiden dat de mantelzorger niet staat te springen om voor thuishospitalisatie te opteren.
Omwille van deze drempels is het van belang om in eerste instantie triadisch te werk te gaan. Dit wil zeggen dat men belang hecht aan het samenspel/de samenwerking bij thuishospitalisatie tussen cliënt/patiënt, mantelzorger(s) en hulpverleners. Elke partij heeft een eigen visie op zorg. En daarom moet men oog hebben voor de drie dimensies van triadisch werken:
-
- Relatiedimensie: zicht krijgen op ieders belangen, rollen, waarden en normen (in trialoog!)
- Taakdimensie: samen doelen bepalen, afspraken maken en taken plannen en uitvoeren
- Groeidimensie: aandacht hebben voor de verbinding tussen de gemeenschappelijke en afzonderlijke agenda’s
Ten tweede kan men thuishospitalisatie benaderen vanuit het SOFA-model.
-
- Samenwerken: de mantelzorger als medehulpverlener
- Ondersteunen: de mantelzorger als mede (schaduw)cliënt
- Faciliteren: de mantelzorger als coördinator
- Afstemmen: de mantelzorger als expert in het leven van de cliënt
Om de continuïteit van zorg te garanderen werd in 2014 de gezondheidswet aangepast waardoor mantelzorgers verpleegkundige B-handelingen mogen uitvoeren. Dit geldt wel enkel voor mantelzorgers die een opleiding hebben gekregen door een (huis)arts of (thuis)verpleegkundige en hiervan een attest hebben ontvangen.
WS3 ‘Hoe je via zorg op afstand dichter bij de patiënt staat’
Dorien Vandormael (i-mens)
In deze workshop stonden we stil bij de topics: Telegeneeskunde/teleconsultaties, telemonitoring en digitale informatiestroom. We lichtten ook concrete voorbeelden in de praktijk toe zoals beeldbellen in de gezinszorg.
We onthouden dat technologie een middel is en geen doel op zich, dus geen vervanging van zorg maar een zinvolle aanvulling.
Daarnaast bespraken we samen met de deelnemers de voor- en nadelen van de thuissituatie t.o.v. de ziekenhuissetting.
Tenslotte werden enkele toepassingen besproken waarbij data het proces kan ondersteunen voor zowel het personeel als de patiënt:
Personeel:
- Betere planning
- War on talent, prognoses
- Communicatie met andere zorgverleners
- Inzet voor aanwezigheidsbeleid, belasting, verplaatsingstijd
- Van excel na de feiten naar Power Bi voor de feiten
Patiënt:
- Van genezing naar voorspellen
- Betere gezondheidszorg
- 1x vraag stellen, verschillende oplossingen
WS4 ‘Speciale dienstverlening voor thuishospitalisatie’
Pieter De Troyer & Sara Peeterbroeck (Socialistische Mutualiteit)
Elk ziekenfonds heeft een Dienst Maatschappelijk Werk (DMW). De maatschappelijk werkers van DMW bieden gratis info, advies of hulp aan hulpvragers én hun mantelzorgers.
In deze workshop bekeken we aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden hoe de Dienst Maatschappelijk Werk te werk gaat en wat ze kan betekenen voor de hulpvrager en diens netwerk.
De maatschappelijk werkers van DMW bieden directe hulp en ondersteuning rond thema’s zoals: thuiszorg; zorgverzekering; kinderbijslag; pensioenen; sociale of financiële situatie; ziekte- en invaliditeitsverzekering; administratieve aangelegenheden; inschrijvingen bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; omgaan met dementie; … Dit kan via verschillende kanalen, en bv. ook mits een huisbezoek.
De ergotherapeuten van DMW bieden een laagdrempelig ergotherapeutisch advies aan huis omtrent hulpmiddelen, woningaanpassingen, valpreventie, … In de workshop stonden we stil bij verschillende situaties wanneer dit nuttig kan zijn voor iemand met zorgbehoeften in een thuissituatie.
De DMW is er voor iedereen maar richt zich specifiek naar personen die door ziekte, handicap, ouderdom of vanuit sociale kwetsbaarheid tijdelijk of blijvend problemen ondervinden.
Ze gaan samen met de hulpvrager of mantelzorger na hoe zij (of andere diensten) hen kunnen ondersteunen. Zo ook voor wie verder behandeld wordt thuis (i.p.v. in het ziekenhuis).